Er zijn twee veel voorkomende soorten niet-geweven stoffen . Direct gesponnen en smeltgeblazen niet-geweven stoffen worden beide op dezelfde manier geproduceerd. Smeltgeblazen non-wovens worden geproduceerd door gesmolten polymeervezels door een lineaire matrijs met enkele honderden kleine gaatjes te spinnen. De vezels worden vervolgens uitgerekt en afgekoeld, en het resulterende web wordt op een verzamelzeef geblazen. Het smeltgeblazen non-woven wordt doorgaans gemengd met een spingebonden web om een dimensioneel stabieler weefsel te creëren.
Niet-geweven stoffen hebben veel toepassingen en zijn goedkoop. Velen zijn nuttig voor huishoudelijke artikelen, zoals handdoeken en matrasvulling. Ze worden ook gebruikt voor woninginrichting, waaronder tafelkleden en dekens. Veel non-woven stoffen zijn ook geschikt voor gebruik als tapijtruggen, isolatie- en verpakkingsmateriaal. Ze dienen ook als beschermende afdekking voor houten oppervlakken. Niet-geweven stof heeft een milieuvriendelijke voetafdruk en is 100 procent biologisch afbreekbaar.
Airlaid non-woven stof is biologisch afbreekbaar en goedkoop. Door het proces van luchtvormen ontstaat een web gemaakt van een mengsel van olefine-, polyester- en rayonvezels. Het kan moeilijk zijn om onderscheid te maken tussen deze soorten non-woven stoffen, dus het is handig om te weten waar je op moet letten voordat je een aankoop doet.
Thermisch gebonden niet-geweven stof is duurder dan stapelgeweven stof, maar is veel dunner en stijver. Het wordt geproduceerd via een proces dat 'melt bonding' wordt genoemd. De hitte verbindt de vezels met elkaar door ze te smelten op de kruispunten van de vezels. Het eindresultaat is een niet-geweven stof die stijf en dun is, met veel toepassingen. Het kan zelfs worden reverse-engineered om aan functionele behoeften te voldoen.
Het meest voorkomende type niet-geweven stof is wolvilt. Het wordt gemaakt door korte stapelvezels in dierenharen in elkaar te grijpen. De wolvezels hebben natuurlijke haken zoals schubben, die in elkaar grijpen met warmte en vocht. Ze sluiten aan elkaar en worden vaak gebruikt als isolatie en in een verscheidenheid aan huishoudelijke en industriële producten, waaronder schoenen. Wilt u meer weten over non-wovens, lees dan verder!
Vliesstoffen zijn veelzijdig, flexibel en duurzaam. Hun eigenschappen maken ze ideaal voor een verscheidenheid aan toepassingen, van vochtige doekjes tot thermische dekens. Hun eigenschappen variëren ook, waaronder absorptievermogen, pluisvrij en brandwerend. Sommige niet-geweven stoffen zijn gemaakt van synthetische materialen, terwijl andere natuurlijk zijn. Enkele van de meest populaire materialen zijn gekookte wol, polyester en viscose (rayon).
De eigenschappen en kenmerken van niet-geweven stoffen worden grotendeels bepaald door de vezels en hun kenmerken. Vezeldiameter, vezellengte, treksterkte en afwerking zijn belangrijke kenmerken waarmee rekening moet worden gehouden bij het bepalen van de eigenschappen van niet-geweven stoffen. De structurele geometrie van een stof is grotendeels verantwoordelijk voor de eigenschappen ervan. Een gekrulde non-woven stof is zeer slijtvast en is een uitstekende keuze voor stoffen met een hoge treksterkte.