Gefilmde niet-geweven stoffen
Gefilmde niet-geweven stoffen zijn een uitstekende keuze voor een verscheidenheid aan toepassingen. Ze zijn flexibel en duurzaam en hebben verschillende voordelen, zoals milieuvriendelijk en recyclebaar. Ze zijn ideaal voor luiers en andere toepassingen in de gezondheidszorg, maar ook voor stoffering. Gefilmde non-wovens zijn ook verkrijgbaar in verschillende kwaliteiten, waardoor ze kunnen worden gecombineerd met andere non-woven materialen om hun absorptievermogen te verbeteren.
De productie van non-wovens omvat vier stappen. Eerst worden de vezels gesponnen en in kleine vezels gesneden, die vervolgens tot balen worden gebundeld. Vervolgens worden de vezels gemengd. Vervolgens worden ze via een nat gelegd proces in een web verspreid. Bij het airlaid-proces zijn vezels betrokken die variëren van 0,5 tot 10 cm lang, terwijl bij kaardbewerkingen vezels worden gebruikt die 1,5 inch lang zijn. Momenteel zijn polyethyleentereftalaat en polypropyleen veelgebruikte vezels voor non-wovens.
Gefilmde niet-geweven stoffen worden gebruikt in verschillende consumententoepassingen, waaronder tapijtruggen, matrasvullingen, handdoeken en tafelkleden. Ze worden ook gebruikt voor voeringen en verstevigingen in andere stoffen. In de industriële wereld worden gefilmde non-wovens onder meer gebruikt in isolatie, verpakkingsmateriaal, filters en geotextiel.
Niet-geweven stoffen zijn gemaakt van vezels die mechanisch, chemisch of fysiek georiënteerd zijn om een specifieke eigenschap te produceren. Ze worden veel gebruikt in consumenten- en industriële toepassingen en variëren in gewicht van dun en lichtgewicht tot zwaar en duurzaam. De resulterende eigenschappen maken ze ideaal voor een specifiek doel en stellen hen in staat hoogwaardige producten te leveren.
Gefilmd non-woven materiaal is een veelgebruikt materiaal voor het maken van kunstgras en bestrating. Het wordt ook gebruikt als erosiebarrière en voor bodemstabilisatie. Daarnaast wordt het gebruikt voor kasschaduw en zaadstroken. Het kan de levensduur van verharde wegen verlengen. Deze toepassingen zijn slechts enkele van de voordelen van gefilmde non-woven stoffen.
Bij het vervaardigen van niet-geweven stoffen worden kleine vezels op een transportoppervlak gelegd. Sommige processen worden droog gelegd, terwijl bij andere een nat proces plaatsvindt. Tijdens het productieproces worden de vezels met elkaar verbonden door een bindmiddel. Het bindmiddel wordt gesmolten of in poedervorm aangebracht.
Er zijn twee hoofdtypen gefilmde niet-geweven stoffen: gebonden en vervilt. De eerste wordt gemaakt door dunne vellen in lagen te leggen en een web te vormen. Dit proces comprimeert de vezels en maakt ze duurzaam. In tegenstelling tot geweven stoffen rafelen gevilte niet-geweven stoffen niet.