Niet-geweven stoffen zijn samengestelde stoffen gemaakt van vezels die op verschillende manieren met elkaar zijn verbonden in plaats van dat ze geweven of gebreid zijn. Hier zijn de drie belangrijkste soorten niet-geweven stoffen:
1. Spingebonden niet-geweven stof
Productieproces: Spunbond non-woven stof wordt gemaakt door thermoplastische polymeren (zoals polypropyleen) door een spindop te extruderen om continue filamenten te vormen. Deze filamenten worden willekeurig neergelegd om een web te vormen en vervolgens met elkaar verbonden door middel van hitte en druk.
Kenmerken: Spunbond-stoffen zijn sterk, duurzaam en hebben een goede maatvastheid. Bovendien zijn ze licht van gewicht en snel en efficiënt te produceren.
Toepassingen: Ze worden vaak gebruikt in medisch textiel (zoals operatiejassen en maskers), hygiëneproducten (zoals luiers en maandverbanden), de landbouw (gewasbedekkingen) en industriële toepassingen (geotextiel, filtratie).
2. Smeltgeblazen niet-geweven stof
Productieproces: Smeltgeblazen niet-geweven stof wordt gemaakt door gesmolten polymeer door een spindop te extruderen om fijne filamenten te vormen. Deze filamenten worden vervolgens met hoge snelheid hete lucht op een transportband of een verzamelzeef geblazen, waardoor een web van microvezels ontstaat die aan elkaar zijn gebonden.
Kenmerken: Meltblown stoffen hebben een fijne vezelstructuur, waardoor ze zeer effectief zijn in het filteren van deeltjes. Ze zijn ook zacht, lichtgewicht en hebben goede barrière-eigenschappen.
Toepassingen: Meltblown-stoffen worden veel gebruikt in filtratietoepassingen (zoals gezichtsmaskers en luchtfilters), absorberende producten (materialen voor het opruimen van olievlekken) en isolatiematerialen.
3. Naaldgeperforeerde niet-geweven stof
Productieproces: Naaldviltvlies wordt gemaakt door een web van vezels mechanisch te verbinden met behulp van naalden met weerhaken. De naalden prikken door het web, waardoor de vezels verstrikt raken en een samenhangend weefsel ontstaat.
Kenmerken: Naaldgeperforeerde stoffen zijn sterk, duurzaam en kunnen afhankelijk van de toepassing dik of dun worden gemaakt. Ze hebben ook een goede slijtvastheid en zijn relatief goedkoop te produceren.
Toepassingen: Deze stoffen worden gebruikt in geotextiel (wegenbouw, erosiebestrijding), auto-interieur (tapijten, kofferbakbekleding), industriële vilt (papiervilt) en woninginrichting (matrasbeschermers, meubelvulling).
De drie belangrijkste soorten niet-geweven stoffen zijn spunbond, meltblown en naaldvilt. Elk type wordt geproduceerd via verschillende processen en heeft unieke kenmerken en toepassingen, variërend van medische en hygiëneproducten tot industriële en geotextiele toepassingen.